Vergadering : Statencommissie Bestuur, Economie en Middelen, 31 maart 2021 09:00:00

Tot op heden is er geen rondvraag.

In de bijlage treft u onderstaande verslagen aan:

10 februari 2021
17 februari 2021
3 maart 2021

In de bijlage treft u ook de desbetreffende motie aan.
Hieronder de motiveringen voor de opwaardering van dit agendapunt.

PVV: Voor de PVV-fractie was en is het van belang dat en op korte termijn actie zou worden ondernomen ten einde met name het probleem van het tekort aan stageplaatsen het hoofd te bieden. Bij het onderdeel “Pilot Lage Weide” zou dat wellicht een rol kunnen spelen. Graag vernemen wij of dat zo is en of deze pilot ook al iets concreets oplevert dat cijfermatig valt te onderbouwen.
Het tweede onderdeel, LLO Beroepsonderwijs Utrecht, lijkt daar in ieder geval niet aan tegemoet te komen, maar lijkt ook meer een activiteit die meer op het terrein van het UWV zou liggen, dan dat het in het verlengde ligt van de desbetreffende motie, die om spoedige resultaten vroeg.

D66 – VVD: We hebben kennisgenomen van het memo Arbeidsmarkt in Actie. Uiteraard zijn we blij te zien dat er activiteiten zijn ontwikkeld naar aanleiding van de motie.

We missen echter het gevoel van urgentie dat we mee hebben willen geven ten tijde van het indienen. Het is nu echt nodig, en positief geformuleerd, we kunnen nu waarschijnlijk het verschil nog maken.

Een half jaar geleden waren de voorspellingen voor de arbeidsmarkt al niet rooskleurig. Door verder ingrijpen en steun van de nationale overheid is deze zorg nog geen waarheid geworden, maar het is wachten op de economische klap die corona nog zal aanrichten.

Met de motie beoogden we voldoende voorbereid te zijn om te kunnen schakelen op het moment dat dat zich voordoet.
Dat betekent: kennis bundelen, partijen verbinden, weten waar de gaten vallen in de markt, stageplekken organiseren en bewaken, zo nodig meehelpen dat er 'extra handen' beschikbaar zijn etc. A.d.h.v. twee voorbeelden proberen wij hieronder duidelijk te maken welk soort aanpak wij nu nog missen na lezing van de SB.
- Ten aanzien van het op te richten Regionale Mobiliteitsteam Midden-Utrecht hadden wij naast afstemming met andere overheden verwacht te lezen wat er al concreet georganiseerd is, op welke wijze de vormgeving is versneld, of waarom dat niet is gelukt.
- Er is vanuit het onderwijs nog steeds een aanbod van stagiaires, maar organisaties (profit en non-profit) hebben op dit moment zelf de handen vol aan de Corona-omstandigheden en geen capaciteit beschikbaar om de studenten en scholieren te begeleiden. Vanuit het onderwijs lijkt dit ook niet te kunnen worden georganiseerd. Terwijl we ons ook kunnen voorstellen dat juist nu jongeren een (hopelijk) once in a liftetime ervaring kunnen opdoen als ze worden ingezet bij het bestrijden van de crisis en het voorbereiden op de situatie erna. In de Utrechtse regio zijn ook mooie voorbeelden bekend van teams vanuit verschillende opleidingen (zowel beroeps als wetenschappelijk onderwijs) die samen aan opdrachten werken, zo ervaring opdoen voor hun opleiding en tegelijkertijd de Utrechtse samenleving aan out-of-the box ideeën en de uitvoering ervan kunnen helpen - of datgene kunnen doen waar organisaties nu zelf niet aan toe komen... In de matching van de vraag en het aanbod zou de provincie iets kunnen doen en een deel van het geld kan worden ingezet om capaciteit beschikbaar te krijgen (gepensioneerden, MVO, wellicht de vrijwilligers waar de GGDrU geen werk voor heeft of inhuur van ZZP'ers. Dit als voorbeeld van een provinciale rol die wij bij het opstellen van de motie voor ogen hadden. Het versterkt de beweging die de HCA voor ogen heeft, maar we moeten wel NU handelen.
We verwachtten dat vanuit een verbindende rol als provincie op regionale schaal een bijdrage kan worden geleverd aan de samenwerking voor de arbeidsmarkt. Om te zorgen dat er iemand de handen vrij voor heeft en herkenbaar is voor verschillende sectoren, beoogden we een contactpersoon die voor ons een ‘vinger aan de pols’ kon houden. Teleurstellend is dan ook te constateren dat ‘het werven van de ambassadeur na een intensief traject niet heeft geresulteerd in een aanstelling’. We zouden graag een toelichting van GS ontvangen op deze constatering; bij ons leidt deze opmerking tot uiteenlopende beelden.

Tevens willen we met GS in gesprek over het gevoel van urgentie. Het memo lijkt met een verwijzing naar de HCA eerder de middellange en lange termijn te bedienen dan de kans te benutten om in het hier en NU ons steentje bij te dragen en nu al hulp te bieden en kansen te pakken waar de HCA op is gericht.

Alle vragen over statenbrieven en memo's worden schriftelijk afgedaan.